Preventieve zorg; vaccinatie en ontworming

Vaccinatie

Bescherming tegen verschillende ziekten kan perfect door uw paard of pony te vaccineren. Vaccinatie is een volstrekt veilige manier om bescherming tegen besmettelijke ziekten te verkrijgen en om te verhinderen dat deze ziekten naar andere paarden overgedragen worden. Vermits de hoeveelheid antistoffen na verloop van tijd afneemt moeten de meeste vaccins volgens een bepaald schema opnieuw gezet worden. Bij paarden beschikt men over vaccins tegen de volgende ziekten. Prijs 15€/st plus consult

Paardengriep (Influenza)

De vaccinatie tegen paardengriep of Influenza start op de leeftijd van 5 maanden vermits het veulen tot die leeftijd beschermd is door de moedermelk. Indien de moeder niet gevaccineerd was dient men echter op de leeftijd van twee maanden te starten en zoals bij de mens is de beste periode om tegen griep te vaccineren van september tot november. De basisvaccinatie bestaat uit twee inspuitingen met ongeveer een maand tussen iedere toediening. Na de tweede inspuiting wordt het vaccin om het half jaar of om het jaar gegeven afhankelijk van het infectierisico. (Alleenstaand of in een manege, of geregeld op wedstrijd) Best wordt het combinatievaccin griep-tetanus jaarlijks gegeven, zeker bij wedstrijdpaarden. Prijs 15€/st plus consult

Tetanus (Klem)

Ook hier zijn de veulens de eerste vier vijf maanden door de moedermelk beschermd. De basisvaccinatie bestaat uit 3 dosissen, de eerste twee met een tussenperiode van vier tot zes weken en de derde na een half jaar tot een jaar na de tweede. Na deze basisvaccinatie wordt het vaccin jaarlijks gegeven. Best met het combinatievaccin zoals hierboven beschreven. Indien het paard een ernstige wonde opliep kan de dierenarts het serum toedienen. (prijs 9€ plus consult) Dit bestaat uit de antilichamen tegen tetanus en vervangt geenszins het vaccin. Dit moet evenals de vaccinatie zeer consequent gebeuren vermits tetanus een zeer pijnlijk verloop kent en steeds fataal is. Prijs vaccin 15€/st plus consult

Rhinopneumonie (Equine Herpesvirus type 1)

De basisvaccinatie bestaat uit twee inspuitingen met een maand tussentijd en een herhaling om de zes maanden. Ook kan dit vaccin gegeven worden in combinatie met het vaccin tegen griep/tetanus, best in september-oktober en bijkomend in maart-april. Een drachtige merrie krijgt het vaccin tijdens de dracht op de derde, de vijfde en de zevende maand. Bij rhinopneumonie is het sterk aanbevolen alle paarden van de stal te vaccineren vermits het een zeer hardnekkige en gevaarlijke ziekte betreft. Prijs 19€/st plus consult

West-Nijl virus

Tot op heden is dit virus nog niet in België gesignaleerd maar dat kan komen. Het virus wordt verspreid door trekvogels die het door muggenbeten opliepen. Maar dit is zeldzaam, verder kunnen paarden de besmetting niet doorgeven naar andere paarden. De symptomen kunnen ernstig zijn maar gezien de zeldzaamheid wordt vaccinatie niet aangeraden. Indien gewenst kunnen we deze echter wel toepassen. Prijs 49€/st plus consult

Droes

Droes is een zeer besmettelijke bacteriële luchtwegaandoening, gekenmerkt door etterige neusloop en abcessen in de lymfeklieren. Deze zwellingen komen het meest voor ter hoogte van hoofd en nek maar ook is de ziekte asymptomatisch aanwezig. In de eerste plaats zijn quarantaine en ver doorgedreven hygiëne het meest aangewezen. Alle materiaal in de stal aanwezig is potentieel besmet, overdracht van de bacterie gebeurt via iedere mogelijke drager. Vandaar is het ook van groot belang dat paardenhouders in de omgeving op de hoogte worden gebracht. De dierenarts zal testen uitvoeren door middel van luchtzakspoelingen.

Vaccinatie kan, maar moet steeds gebeuren in overleg met de dierenarts gezien de kans op nevenreacties. Prijs 25€/st plus consult.
 

Ontworming

Het is aanbevolen om bij paarden ouder dan drie jaar minstens twee keer per jaar mestonderzoek te laten doen, best in de lente en de zomer omdat er in herfst en winter geen wormeitjes uitgescheiden worden. Wormen kunnen koliek, diarree en bloedarmoede veroorzaken en bij gevolg vermagering en zelfs sterven. De meest voorkomende wormbesmettingen gebeuren door Veulenworm, Spoelworm, Grote- en kleine strongyliden (Rode bloedworm) en Lintworm. Wormbestrijding is zeer complex en geval per geval te bekijken. In een normale populatie zijn maar bij ongeveer één vijfde van de dieren te veel wormeitjes in de mest te vinden. Er moet dus opgelet worden om niet teveel medicatie te geven, in de eerste plaats is er dan minder kans op resistentie maar zo worden ook onnodige kosten voorkomen.

Bij paarden ouder dan drie jaar zou een standaard ontworming in het najaar moeten volstaan. Zij hebben meestal al een goede weerstand opgebouwd en zullen minder besmette mest produceren. Er kan alvast veel leed voorkomen worden door de paarden geregeld op een andere schone weide te laten grazen en zeker twee maal per week de mest te verwijderen.

Paarden jonger dan drie jaar lopen een groter risico, bij hen is het nodig om na meer frequent mestonderzoek (drie tot vier maal per jaar) een vast ontwormingsschema aan te houden. Zij hebben minder weerstand en zullen sneller een massale infectie kunnen oplopen.

Veulens moeten ook tegen spoelworm beschermd worden. Best kan de dierenarts oordelen welk middel het meest geschikt is omdat er veel resistentie bestaat.

Drachtige merries moeten ongeveer twee weken voor de bevalling ontwormd worden om het pasgeboren veulen te beschermen.

De dosis ontwormpasta is afhankelijk van het lichaamsgewicht en de hierboven beschreven criteria. Er zijn drie soorten ontwormingspasta, Benzimidazole (met febantel en fenbendazole), Tetrahydropyrimidines (met pyrantelpamonaat en pyrantelembonaat) en de Macrolytische lactonen (met ivermectine en moxidectine) Uiteraard zijn er verschillende combinaties op de markt, bv ter bestrijding van lintworm.

Leverbot (Platworm)

Een apart verhaal is leverbot omdat de eitjes niet in de mest zitten en de besmetting bijgevolg moeilijker aangetoond kan worden. Deze besmetting komt meer en meer voor, zeker bij paarden die samen met herkauwers in natte weiden staan. Buiten veulens en oudere paarden hebben paarden van nature een hoge weerstand tegen leverbot. Of het tot een infectie komt hangt af van de hoeveelheid opgenomen leverbotten. Wanneer u veel leverbotslakjes rond vochtige gebieden in de weide vindt moet u de weide best draineren en drinkbakken instaleren.

Longworm

De paardenlongworm infecteert de longen en diepere luchtwegen en komt voornamelijk voor bij paarden die samen met ezels in de weide staan. De ezels hebben er weinig last van maar het paard des te meer. Dit kan zelfs zover gaan dat de paarden verstikken door een ophoping van larven en slijm. De eitjes en/of larven zijn moeilijk terug te vinden in de mest maar de behandeling is zeer effectief.