Diereninfo

Cavia's

Ziekten bij cavia's

Zolang de cavia de nodige verzorging krijgt, blijven de gezondheidsproblemen beperkt. Door voedingsfouten en/of gebitsproblemen kunnen er spijsverteringsproblemen ontstaan. Ademhalingsziekten en huidproblemen kunnen eveneens voorkomen bij de cavia. 

Huisvesting van een cavia

Zoals bij vele andere dieren is het ook bij de cavia belangrijk dat ze ruim gehuisvest worden omdat het zeer beweeglijke dieren zijn. Zowel een kooi binnen- als buitenshuis is mogelijk. U dient er alleen wel rekening mee te houden dat een cavia niet tegen extreme warme of koude temperaturen kan. Het is af te raden om de cavia vol in de zon of in de wind te laten staan.

Voeding van de cavia

Zoals bij het konijn is het ook bij de cavia belangrijk dat hij onbeperkt hooi kan eten omdat het ook een herbivoor is en vezels nodig heeft. De cavia is niet in staat om zelf vitamine C te vormen, dit zal bijgevoederd moeten worden. Dat kan door gevitamineerde cavia-mengeling of door aanvoer via vers groenvoer; zoals appels, wortels, paprika, witlof, komkommer, andijvie,….

Fretten

Vaccinatieschema van de fret

  • 9 weken: hondenziekte
  • 12 weken: rabiës
  • 14 weken: hondenziekte
     
  • Hondenziekte: jaarlijks herhalen
  • Rabiës: om de 3 jaar herhalen

Ziekten bij fretten

1. Hondenziekten (distemper)

Fretten zijn hier heel gevoelig voor en de ziekte loopt meestal fataal af.

2. Rabiës (hondsdolheid)

Als de fret naar het buitenland gaat, is het verplicht dat het dier gevaccineerd wordt tegen rabiës. Dit vaccin wordt om de 3 jaar herhaald en moet 21 dagen van tevoren gegeven worden om de werking te garanderen. 

Oormijt

De fret is zeer gevoelig voor oormijt, deze zijn zeer schadelijk voor het dier. Oormijt kan zelfs lijden tot de dood, behandelen is dus echt noodzakelijk. Hiervoor gebruiken we Stronghold.

Buitenland

Het is niet alleen belangrijk om de fret te vaccineren tegen rabiës als u naar het buitenland gaat maar tevens is het ook belangrijk dat de fret gechipt wordt en een officieel Europees dierenpaspoort heeft.

Voeding van fretten

Omdat de fret een strikte carnivoor is, dus een vleeseter, is er speciale frettenvoeding op de markt gekomen waar de nodige voedingsstoffen inzitten. 

Honden

Vaccinatieschema van de hond

  • 6 weken: parvo + distemper (= puppyvaccin)
  • 9 weken: parvo + distemper + lepto + hepatitis ( + kennelhoest)
  • 12 weken: parvo + distemper + lepto + hepatitis ( + rabiës)
     
  • Parvo + distemper + lepto + hepatitis: jaarlijks herhalen
  • Kennelhoest: jaarlijks herhalen
  • Rabiës: jaarlijks herhalen

Ontworming bij honden

Puppy’s kunnen al in de baarmoeder besmet worden met wormen. Via de melk en via de eitjes in de omgeving kunnen ze besmet worden. We ontwormen pups op een leeftijd van 2, 4, 6 en 8 weken. Daarna op een leeftijd van 4 en 6 maanden. Nadien herhalen we de ontworming 4x/jaar. Fokteven ontwormen we voor de loopsheid waarin ze wordt gedekt en na de geboorte. Nadien wordt de teef ontwormt tegelijkertijd met de pups. 

Vlooien, teken en mijten bij honden

Hier bestaan verschillende producten voor. Enkele combinatieproducten werken zowel tegen wormen, vlooien, mijten en teken. We geven u graag uitleg over de soorten producten op de praktijk. De frequentie van behandelen is afhankelijk van het product dat u gebruikt. 

Ziekten bij honden

1. Parvovirus

Dit virus zien we vooral bij puppy’s tot ongeveer een leeftijd van 6 maanden. Het is een zeer besmettelijk virus en het veroorzaakt een darmontsteking en infectie aan de lymfevaten. De symptomen van het parvovirus zijn vooral: gewichtsverlies, koorts, depressie, overgeven en veel diarree. De diarree is zeer vloeibaar, bloederig en heeft een onaangename geur. Hierdoor komt er vaak uitdroging voor. Bij oudere honden kunnen de symptomen variëren. 

 

2. Hondenziekten ( Distemper/ ziekte van Carré)

Deze ziekte is zeer besmettelijk en meestal fataal. Het veroorzaakt aandoeningen aan het ademhalingsstelsel, gastro-intestinaal stelsel en centraal zenuwstelsel. De symptomen zijn neusuitvloeiing gevolgd door een longontsteking, overgeven, diarree, koorts, epileptische aanvallen, cirkels draaien, ataxie en parese. 

 

3. Leptospirose ( ziekte van Weil / Rattenziekte)

Het is een acute en chronische bacteriële ziekte. Het tast de longen, lever en nieren aan. De symptomen van Lepto zijn gewichtsverlies, dehydratie, depressie, overgeven, koorts en spierpijn. 

 

4. Hepatitis

Het is een virale ziekte die wordt veroorzaakt door het Adenovirus Type 1. Het virus tast de lever en de ogen aan. De symptomen van hepatitis zijn: overgeven, depressie, diarree, desoriëntatie, epileptische aanvallen en niet reageren op prikkels. 

 

5. Kennelhoest

Honden met kennelhoest vertonen een zachte, droge tot ernstige krampachtige hoest.

 

6. Rabiës (Hondsdolheid)

Dit virus kan bijna alle warmbloeddieren besmetten. Het is besmettelijk voor mensen en daarom een ziekte waar wereldwijd verplicht tegen gevaccineerd moeten worden. Rabiës lijdt steeds tot de dood, vaccinatie is dan ook verplicht voor alle dieren die naar het buitenland gaan. 

Katten

Vaccinatieschema van de kat

9 weken: panleukopenie + kattenniesziekte 

12 weken: panleukopenie + kattenniesziekte + (Rabiës)
Panleukopenie + kattenniesziekte: jaarlijks herhalen

FeLV: vaccinatie wordt toegediend als de kat met vreemde katten in contact komt. We herhalen dit jaarlijks maar het mag eventueel om de 3 jaar herhaald worden. 

FIP: er bestaat geen vaccin voor FIP maar uiteraard is het noodzakelijk om langs te komen met uw kat indien zij besmet is. De diagnose kan gesteld worden aan de hand van een bloedonderzoek. 

FIV: Hier bestaat tevens geen vaccin voor.  Maar ook hier is het belangrijk om de kat hierop te controleren indien er symptomen zichtbaar zijn. 

Rabiës: om de 3 jaar herhalen

Ontworming bij katten

We ontwormen op een leeftijd van 4,6,9 en 12 weken. Daarna herhalen we dit 4x/jaar. Een drachtige kattin ontwormen we voordat ze gedekt wordt, tijdens de dracht en na de geboorte.

Vlooien, mijten en teken bij katten

Enkele combinatieproducten werken zowel tegen wormen, vlooien, mijten en teken. We geven u graag de uitleg van de verschillende soorten producten op de praktijk. De frequentie van behandelen is afhankelijk van het product dat u gebruikt. 

Ziekten bij katten

1. Panleukopenie (= kattenziekte)

Het is een acute, virale ziekte die zich vermenigvuldigt in het maag-darmkanaal. Panleukopenie is zeer besmettelijk en heeft meestal een fatale afloop. De symptomen zijn: abdominale pijn, vermageren, depressie, overgeven, diarree, ruwe en doffe vacht, koorts en dehydratie.

 

2. Kattenniesziekte

Kattenniesziekte is een luchtweginfectie en wordt veroorzaakt door verschillende factoren. Het is een zeer besmettelijke, virale ziekte. De symptomen van de kattenniesziekte zijn: hoesten, niezen, neusuitvloeiing en ooguitvloeiing. Kattenniesziekte kan chronisch aanwezig blijven waardoor de symptomen opnieuw kunnen optreden op latere leeftijd bij een verminderde immuniteit. 

 

3. Feliene Leukemie Virus (FeLV) = Kattenleucose

Dit is een dodelijk virus die vooral voorkomt bij buitenkatten of zwerfkatten. De kat ontwikkelt tumoren, vruchtbaarheidsstoornissen, koorts en diarree. Verder zorgt het voor een onderdrukking van de immuniteit. 

 

4. Feliene Infectieuze Peritonitis (FIP)

FIP wordt veroorzaakt door het coronavirus. Het tast verschillende organen aan in het lichaam en heeft meestal een dodelijk afloop. De symptomen zijn vooral: ataxie, gedragsveranderingen, diarree, groeistoornis, parese (=gedeeltelijke verlamming), slechte conditie, epileptische aanvallen, urine incontinentie, overgeven, koorts, ascites(=opgezwollen abdomen) en gewichtsverlies.

 

5. Feliene Immunodeficiëntie Virus (FIV)

FIV tast de witte bloedcellen van het immuunsysteem aan, dit lijdt tot achteruitgang van het afweersysteem van de kat. De kat wordt vatbaarder voor secundaire ziekten. FIV verloopt in een aantal fases:

  • Fase 1: koorts en opzwellen van de lymfeklieren.

  • Fase 2: de kat lijkt gezond maar draagt nog steeds het virus ( enkele jaren).

  • Fase 3: dit is de terminale fase. De kat krijgt last van dementie, abcessen en wordt extreem mager.

 

6. Rabiës

Dit virus kan bijna alle warmbloeddieren besmetten. Het is besmettelijk voor mensen en daarom een ziekte waar wereldwijd verplicht tegen gevaccineerd moet worden. Rabiës lijdt steeds tot de dood, vaccinatie is dan ook verplicht voor alle dieren die naar het buitenland gaan.

Konijnen

Vaccinatieschema van het konijn

  • VHS-1 + myxomatose: Jaarlijks herhalen (aanvang immuniteit: 3 weken na vaccinatie)
  • VHS-2: Jaarlijks herhalen (aanvang immuniteit: 3 weken na vaccinatie)

Ziekten bij het konijn

1. VHS

Wat is VHS? Rabbit Hemorrhagic Disease (RHD), Viral Hemorrhagic Disease(VHD) of Viraal Hemorragisch Syndroom(VHS) is een zeer besmettelijke, vaak acuut dodelijke ziekte bij het konijn. Het wordt veroorzaakt door een virus, namelijk het Calicivirus. Typisch bij VHS is dat de organen verbloeden, longen, hart en nieren zijn het gevoeligste.

Wat is de incubatietijd van VHS? De incubatietijd van de ziekte varieert van 1 tot 3 dagen.

Wat zijn de verschillende vormen die kunnen voorkomen van VHS? Het virus lijdt tot een acute of per acute vorm van VHS:

  • Acute vorm: het konijn overlijdt 12-36u na het ontstaan van de symptomen.

  • Per acute vorm: het dier overlijdt zonder voorafgaande symptomen.

Wat zijn de symptomen van VHS? De symptomen die kunnen voorkomen bij VHS zijn: koorts, anorexie, depressie, zwakte, benauwdheid, bloederige en schuimige neusuitvloeiing, kreunen/knarsetanden, cyanose en/of neurologische verschijnselen.

Hoe kan VHS overgedragen worden? VHS kan overgedragen worden door direct contact met een besmet konijn of door indirect contact zoals; urine, faeces, besmet voedsel, kledij, water, kooien,…. Door muggen en vliegen kan het tevens overgedragen worden. VHS is geen zoönose en kan niet overgedragen worden naar andere huisdieren of mensen.

 

2. RHDV-2 (VHS-2)

Deze variant heeft een langere incubatietijd, namelijk 3-5 dagen. Verder zijn de symptomen hetzelfde als bij de eerste variant van VHS enkel bij deze variant kunnen de konijnen chronisch ziek worden. Deze dieren vertonen meestal gewichtsverlies, lethargie, en icterus(= geelzucht) en kunnen dan na 1-2 weken alsnog overlijden.

 

3. Myxomatose

Wat is myxomatose? Myxomatose wordt veroorzaakt door een virus en leidt tot ernstige huidabcessen, infecties en uiteindelijk tot de dood. Als het virus eenmaal in de huid zit, gaat het virus zich reproduceren in de huid en de lymfeknopen. Vervolgens verspreidt het virus zich over het hele lichaam.

Wat is de incubatietijd? De incubatietijd van myxomatose is 3 dagen.

Wat zijn de symptomen van myxomatose? De symptomen van myxomatose zijn: zwelling van de oogleden, lippen en geslachtsorganen. In latere stadia van het virus wordt het konijn blind. Ongeveer 8-15 dagen na infectie sterft het konijn. Bij de chronische vorm is er vorming van huidtumoren aan de oren, neus en ledematen. De tumoren resorberen vanzelf na enige tijd. Een neveneffect van de chronische vorm van myxomatose is de ontwikkeling van secundaire bacteriële infecties.

Hoe kan myxomatose overgedragen worden? Myxomatose kan overgedragen worden door bloedzuigende insecten(vlooien, muggen, luizen en mijten) en door direct contact met de huid of vacht van een besmet konijn.

Huisvesting van het konijn

De kooi binnenshuis: Het is mogelijk om uw konijn in een kooi binnen in huis te houden. Als het konijn dan voldoende aandacht krijgt is het niet noodzakelijk om er een tweede konijn bij te plaatsen. Het konijn moet een voldoende grote kooi hebben. Het beste is een kooi met tralies zodat er voldoende ventilatie is. Zet de kooi nooit in de tocht, tegen de verwarming of op een plek waar er veel directe zonneschijn is.

 

De kooi buitenshuis: Als u kiest om uw konijn buitenshuis te houden, is het wel noodzakelijk er een tweede konijn bij te nemen. Het konijn zal niet evenveel aandacht verkrijgen als wanneer hij binnen zit, daarom is een speelkameraadje belangrijk. Eenzame konijnen kunnen uit frustratie wegkwijnen, apathisch worden of juist agressief gedrag gaan vertonen. Neem ook u konijn in de winter niet elke keer een uurtje even naar binnen, de temperatuurschommelingen zijn te groot en dat werkt ziekten in de hand. De buitenkooi moet voldoende groot zijn met een goede kwaliteit. Geef met extreme vorst extra stro zodat het dier zich warm kan houden. Met zware wind kunt u het best het konijn in een schuurtje zetten.

Voeding van het konijn

Vezels zijn voor het maagdarmstelsel van het konijn zeer belangrijk, heel wat ziekten en spijsverteringsproblemen ontstaan door een tekort aan vezels in de voeding. In grashooi zitten veel vezels, het is dan ook belangrijk dat het konijn 24u per dag over hooi kan beschikken. Als het konijn enkele weken bij u gewend is, kan u beginnen met een paar keer per dag groenvoer te geven. Houd dan altijd de keutels van uw konijn in het oog, als ze wat zachter worden kan het zijn dat u wat minder of juist een ander soort groenvoer moet geven.
Het geschikte groenvoer is onder andere: andijvie, basilicum, boerenkool, gedroogde brandnetel, broccoli, Chinese kool, paardenbloem, peterselie, selderij, spinazie, spruitjes,….
Als extraatje kan u konijnenkorrels en fruit bijgeven. Omdat in allebei redelijk wat calorieën zitten is het beter om dit niet te veel te geven.

Paarden

Vaccinatie

Influenza/tetanus

  • Basisvaccinatie : Vanaf het veulen 6 maanden oud is. 2 keer inenten met een tussenperiode van 4 weken en een 3e boostervaccinatie nog eens 6 maanden later

  • Herhalingsvaccinatie : 1 keer per jaar ( officieel), 2x/ jaar (suggestief) indien het paard veel reist of wisselende contacten met andere paarden heeft.

  • Drachtige merrie : In de 9e maand van de dracht is een herhalingsvaccinatie nodig om voldoende afweerstoffen in de biest te hebben bij de geboorte.

 

Rhinopneumonie

  • Basisvaccinatie : Vanaf het veulen 6 maanden oud is. 2 keer inenten met een tussenperiode van 4 weken.

  • Herhalingsvaccinatie : 2x per jaar

  • Drachtige merrie : Inenten in de 5e, 7e en 9e maand, dit zowel om abortus te voorkomen als de hoeveelheid antistoffen in de biest hoog genoeg te krijgen om het veulen te beschermen

 

Huidschimmel

In specifieke gevallen

 

Droes

In specifieke gevallen

Ontworming

Een goed ontwormingsschema (elke 8 tot 12 weken naargelang het gebruikte product) met degelijke ontwormingsproducten is onontbeerlijk voor paarden

 

Veulen : Het jonge veulen dient ten minste op een leeftijd van 7 tot 10 dagen ontwormd te worden. Hierna het veulen na 6 weken nog een keer ontwormen en vervolgens het schema van ieder 8 weken ontwormen aanhouden.

 

Drachtige merrie : Naast het gewone ontwormingsschema moet de merrie de dag van de geboorte van het veulen ook ontwormd worden om de wormlarven in de uier van de merrie te doden zodat het pasgeboren veulen niet via de melk besmet kan worden.

Koliek

Koliek zijn pijnuitingen van een paard meestal veroorzaakt door buikpijn. Meestal wordt de buikpijn veroorzaakt door onschuldige krampen, maar soms worden ze veroorzaakt door een verstopping of een verdraaiing van de darmen, in dit geval zal de maag overvullen en indien niet tijdig wordt ingegrepen, kan de maag scheuren omdat een paard niet kan braken.

 

Als je ziet dat je paard koliek heeft mag je hem geen eten of drinken meer geven. Neem zijn pols, deze mag niet hoger zijn dan 40 slagen/minuut, als hij wil rollen wandel er dan mee rond. Stilliggen in de stal mag wel.

 

Als de symptomen niet beteren binnen het half uur, bel je best de praktijk. Na een algemeen onderzoek eventueel aangevuld met een rectaal onderzoek, zal je paard naargelang de diagnose een pijnstiller en darmverslapper krijgen igv. krampkoliek, paraffine krijgen via een maagsonde igv. een verstopping of igv. een verdraaiing of onbekende oorzaak wordt je paard doorverwezen naar een kliniek.